Albert, Philippe Stats

Philippe Albert (10 augustus 1967) veroverde de Gouden Schoen in een jaar waarin hij voor twee verschillende clubs uitkwam. De Ardennees werd in 1992 gelauwerd tot beste voetballer van het land, nadat hij de eerste zes maanden voor KV Mechelen en de laatste zes voor Anderlecht had gespeeld.

Albert was 25 jaar toen hij de Gouden Schoen won. Hij maakte vooral indruk in de eerste helft van het jaar, toen hij nog 'Achter de Kazerne' voetbalde. Hij speelde onder meer een wereldpartij tegen Anderlecht, op een moment dat al bekend was dat hij tijdens de zomer naar het Astridpark zou getransfereerd worden. Mechelen won die partij met 3-0. Voor die eerste zes maanden van het jaar werd Albert gehonoreerd met maar liefst 267 punten. Dat waren er 153 meer dan Daniël Amokachi van Club Brugge die in die eerste stemronde tweede finishte. Ter vergelijking ook: Marc Degryse won de Gouden Schoen een jaar eerder met een totaal van 217 punten over de twee stemrondes. Ondanks het feit dat hij bij Anderlecht minder in de kijker liep, veroverde Albert de Gouden Schoen uiteindelijk met 358 punten, 206 meer dan de als tweede geëindigde Dany Verlinden.

In 1992 werd Philippe Albert ook steeds belangrijker voor de nationale ploeg. Als verdediger, maar ook als offensieve troef. Zo scoorde hij in het voorjaar van '92 in Parijs de openingsgoal in een vriendschappelijke partij die op 3-3 eindigde.

Bondscoach Paul Van Himst sprak vol lof over de Gouden Schoen van '92: "Hij is voor veel spelers een voorbeeld. In onze recente WK-kwalificatiewedstrijden tegen Tsjechoslowakije, Roemenië en Wales ging hij steeds voorop in de strijd. Beter kan je Albert niet typeren: iemand die nooit de armen laat zakken. Iemand die steeds voluit gaat en in alle omstandigheden het beste van zichzelf geeft. Een genereuze voetballer." Ook bondsvoorzitter Michel D'Hooghe uitte zijn tevredenheid over de keuze voor Albert: "Albert is de voorbije maanden uitgegroeid tot een van de hoekstenen van de nationale ploeg. Deze Gouden Schoen is maar een eerste bekroning voor hem".

"Dit is het grootste moment uit mijn carrière," oordeelde Albert zelf. De dag na het gala van de Gouden Schoen heerste er overigens een drukte van jewelste op Anderlecht. Niet alleen omdat Albert de Gouden Schoen gewonnen had, maar ook omdat het bestuur precies die dag had uitgekozen om coach Luka Peruzovic te vervangen door Johan Boskamp.

Philippe Albert had een bijzonder lange weg afgelegd naar het podium van het Casino van Knokke. Zeven jaar voor hij de Gouden Schoen won, voetbalde hij nog anoniem voor Bouillon in provinciale. Daar werd hij weggehaald door Sporting Charleroi, maar op Mambour maakte hij aanvankelijk vooral een onbehouwen indruk.

Hij raakte bekend als 'de houthakker van Bouillon', een sloper die geen pass over tien meter kon geven, een speler voor wie elke wedstrijd waarin hij het einde haalde zonder kaartenoverlast al een succes was. Máár: zijn tegenstanders raakten geen bal. Wie met Albert in duel ging, kwam daar zelden helemaal ongeschonden uit. Guy Thys haalde het blok graniet van Charleroi tot verrassing van velen bij de nationale ploeg. KV Mechelen speelde kort op de bal en trok Albert aan. Achter de Mechelse Kazerne polijstte de oude libero Lei Clijsters de ruwe blok graniet tot een voorstopper die meer kon dan een mannetje uit de wedstrijd houden.

Philippe Albert schaafde zelf ook nog zwaar aan zijn techniek en groeide uit tot een verdediger met topklasse. Hij werd een complete voetballer: hij bleef hard en genadeloos in de duels, hij bleef een betrouwbare verdediger, hij bleef sterk in de lucht, maar hij leerde zijn snelheid ook offensief uitspelen en rukte steeds vaker meedogenloos op met de bal aan de voet. Die offensieve rushes werden bij KV Mechelen een handelsmerk van Albert, die dankzij een zwaar schot ook regelmatig scoorde.

Philippe Albert straalde ook een enorm zelfbewustzijn uit op het veld. Of zijn tegenstander nu Papin, Massaro, Kostadinov of Van Basten heette, het maakte Albert niet uit. Integendeel: hoe groter de naam van zijn tegenstander, hoe zelfbewuster hij in zijn spel werd.

Juventus en Tottenham toonden interesse, maar Albert koos voor Anderlecht. Daar mocht hij iets minder vaak oprukken, maar defensief schonk hij paarswit die brok viriliteit waar het de Brusselse club in het verleden zo vaak aan ontbroken had. Met zijn winnaarsmentaliteit groeide Philippe Albert uit tot Europese top als verdediger. Hij werd kampioen met Anderlecht in '93, '94 en '95. In '94 won hij met paarswit ook de Belgische Beker, ten koste van Club Brugge (2-0).

Uiteindelijk trok Philippe Albert toch naar het buitenland. Kevin Keegan zag in de Ardennees een van de beste verdedigers van de wereld en haalde hem naar Newcastle United. In het noorden van Engeland, aan de River Tyne, voelde Albert zich helemaal thuis. Voor een verdediger die niet op een druppel bloed keek als daarmee de winst verzekerd kon worden, was de Premier League het aardse paradijs.

Met zijn imposante 1m93 kreeg Albert in Newcastle de bijnaam 'The Prince'. In 1997 werd hij met de Magpies vice-kampioen van Engeland, achter Manchester United. Albert speelde ook nog voor Fulham en keerde uiteindelijk terug naar Charleroi, waar zijn beproefde lichaam het voor topsport begaf door een overlast van blessures.

Philippe Albert speelde tussen 1987 en 1997 41 wedstrijden voor de nationale ploeg en maakte daarin 5 goals. Eén doelpunt per acht matchen, beslist niet slecht voor een centrale verdediger. Albert was er ook al bij op het WK '90 in Italië, maar hij beleefde zijn hoogtepunt als international vier jaar later op het WK in de Verenigde Staten. Dat België daar geraakte, was grotendeels de verdienste van Albert, die in de beslissende match tegen de VTS bewust rood pakte om een bezoekend doelpunt te vermijden. Zelf miste hij daardoor de openingsmatch tegen Marokko, maar tegen Nederland kende hij zijn moment van glorie door in de bakoven van Orlando de enige treffer aan te tekenen. Ook tegen Duitsland scoorde Albert nog in Amerika.

Met het WK '98 in Frankrijk al in het verschiet zegde Albert de nationale ploeg vaarwel. Robert Waseige polste hem nog voor een terugkeer met het oog op EURO 2000, maar hij is een man uit één stuk die niet terugkomt op genomen beslissingen.