Oud-spelers loven Olivier Deschacht

ZATERDAG, 15 DECEMBER 2012, 18:34 - Garrincha
Anderlecht-Online No Image Found

Met zijn 300 matchen mag Olivier Deschacht zich een monument van deze club noemen. Maar wat maakt hem zo speciaal, wat zijn zijn verdiensten? Het Laatste Nieuws vroeg het aan zes Anderlecht-iconen. "Oli is een echte clubman."


Paul Van Himst: "Een voorbeeld voor de jeugd"

"Olivier is een jongen die het vooral moet hebben van zijn karakter en zijn doorzettingsvermogen. Hij is niet de allerbeste voetballer, maar je moet wel iets kunnen om aan 300 wedstrijden bij Anderlecht te geraken. Hij heeft een goeie mentaliteit en hij is een positieve jongen."

"Doorheen de jaren heeft hij zich ook verbeterd, onder meer door zijn plaatsing. In het begin had ik niet verwacht dat hij zo ver zou geraken, maar hij is een goed voorbeeld voor de jonge gasten. Hoeveel supertalenten heb je? Niet te veel. Olivier bewijst dat je er ook met wat minder kwaliteit kan geraken, dankzij discipline, mentaliteit, karakter en door er voor te leven."

"Ik heb hem ook nooit horen zeggen dat hij een transfer wou. Dat maakt van Oli een voorbeeld voor velen."

Georges Heylens: "Een echte clubman"

"Ik heb altijd al gezegd dat hij een pluspunt is voor Anderlecht. Soms is hij iets minder, zoals iedereen, maar van de 40 wedstrijden speelt hij er 30 goeie. Ik heb hem altijd geapprecieerd ‘à sa juste valeur’. Ik zie hem wel liever als linksachter dan centraal. Daar heeft hij betere automatismen, daar anticipeert en participeert hij beter, daar heeft hij ook de goeie voorzet voor."

"In een tijd waar in spelers van baas veranderen wanneer het hen past, siert het hem dat hij trouw gebleven is aan zijn club. Die 300 matchen geven aan dat hij een echte clubman is. Dat zegt voor mij alles over Olivier Deschacht."

Jef Jurion: "Hij wordt steeds beter"

"In het begin had ik niet gedacht dat hij ooit 300 wedstrijden voor Anderlecht zou spelen. Maar ik vind dat hij enorm verbeterd is. Deschacht maakt als vaste waarde een ‘schone’ carrière bij Anderlecht en hij wordt steeds beter. Hij is een beetje zoals wijn. In moeilijke momenten komt hij toch telkens terug. Ik vind hem momenteel erg sterk."

"Hij is ook een echte club speler, dat maak je niet meer zo vaak mee. Hij heeft er altijd voor gevochten en hij verdient zijn plaats in de ‘Club van 300’ van Anderlecht."

Frank Vercauteren: "Van in het begin erg professioneel"

"Toen Olivier begon, behoorde hij niet tot het kransje talenten, maar hij had andere kwaliteiten die deel uitmaken van het moderne voetbal. Het puur technische waar in die tijd vooral opgelet werd bij de scouting, was niet zijn sterkste punt. En ook met de coördinatie schortte er in het begin nog wel iets, wellicht omdat hij een laatbloeier was. Maar hij had grote fysieke mogelijkheden, hij toonde inzet en mentaliteit én hij was van in het begin erg professioneel in zijn gedrag."

"Voor mij is hij ook geen zuivere linksback. Onder mij heeft hij trouwens veel centraal gespeeld, ook in een driemansdefensie. Maar hij kan niet alleen die twee posities aan. Als back kan hij ook zowel offensief als defensief uitgespeeld worden. Hij is eigenlijk héél polyvalent. Het tekent Oli ook dat hij na zijn blessure goed terug gekomen is. Maar hij gebruikt zo’n blessure als motivatie: ‘Ik kan en zal terugkomen.’ Dat is typisch Deschacht."

Hugo Broos: "Geld voor hem niet belangrijkste."

"Hij is nooit de vedette van de ploeg geweest, wel de noeste werker. Als je daarmee zo lang kan standhouden bij Anderlecht, zegt dat veel over je mentaliteit. Ik vergelijk het een beetje met mijn carrière: in mijn tijd zijn er ook veel stoppers gepasseerd bij Anderlecht, maar ze hebben nooit mijn plaats kunnen afpakken."

"Hij was van in het begin echt bezig met zijn sport, dat vind je niet veel bij jonge gasten. En hij is nog een oude Belg, hij blijft trouw aan zijn club. Hij had financieel meer uit zijn carrière kunnen halen in het buitenland. Maar hij speelt met hart en ziel voor zijn club, geld is voor hem niet het belangrijkste."

Filip De Wilde: “Elke concurrent die kwam, moest hij voorbij”

“Ik heb hem als jonge gast zien opkomen. Onder Anthuenis waren we op de sukkel op de linksachter. Je weet op dat moment nooit wat het wordt met zo’n jonge gast, maar we hadden hem zeker nodig, want we zaten met een acuut probleem. Olivier was de juiste man op de juiste plaats. Dat er geen betere backs te vinden zijn, is veel gezegd. Maar hij heeft er zich wel in vastgebeten. En wie er ook kwam, hij kon zich daar steeds boven stellen. Elke concurrent die kwam, moest Olivier voorbij.”

“Een jaar geleden leek het alsof die enkelblessure het einde zou zijn, maar hij houdt nog steeds stand. En ik zou zeggen dat hij nog beter is teruggekomen. Hij schakelt zich nu offensief veel meer in dan in de voorgaande jaren, toen hij zich iets te fel fixeerde op zijn verdedigende werk. Misschien omdat het hem nu gevraagd wordt, maar hij doét het ook.”

“Olivier heeft altijd goed zijn eigen kwaliteiten kunnen inschatten. Hij beseft dat Anderlecht voor hem het hoogst haalbare is. Zijn grootste motivatie is altijd geweest om stand te houden bij paars-wit. En dat blijft hij doen, met die over-mijn-lijk-mentaliteit van hem.”


Bron: Het Laatste Nieuws



anderlecht-online forum