TV rechten leveren 'amper' 80 miljoen op

ANDERE TV rechten zijn een belangrijke inkomstenbron geworden in het moderne voetbal. Voor de komende drie seizoenen zullen Telenet (Vlaanderen) en Voo (Wallonië) de wedstrijden uitzenden. Per seizoen zal dit 80 miljoen euro opbrengen. De eigenaar van de rechten is het Italiaanse MP & Silva die de doorverkoop naar de TV zenders regelt.

MP & Silva staat in de komende drie jaar garant voor 80 miljoen (de afgelopen drie jaar was dat voor 70 miljoen). De Italianen moeten echter zelf 4 miljoen bijpassen. De TV zenders samen boden slechts 66 miljoen de afgelopen drie jaar; nu is dat 76 miljoen. De rechten worden dus niet duur genoeg verkocht en het bedrijf hoopt daarom op een verhoging van het bod van Proximus (en/of Orange) om uit de kosten te geraken.

Het goede nieuws is dat onze clubs dus tien miljoen per jaar meer zullen verdienen. Maar het doel van de Pro League, 100 miljoen per jaar, zal in ieder geval niet gehaald worden. Pierre François wijt dat aan 'de productie van de beelden'.

Met de 80 miljoen per seizoen, zal de kloof met de Europese top echter alleen maar groter worden. De Engelse Premier League is goed voor 2,2 miljard per seizoen. De Duitse Bundesliga klokt af op 600 miljoen per jaar met een stijging naar 1,1 miljard vanaf volgend seizoen. De kloof met Nederland wordt echter wel dicht gereden (en mogelijk binnen drie jaar zelfs overtroffen). Onze Noorderburen verkochten hun TV rechten voor 1 miljard voor 12 seizoen, omgerekend is dat dus 83 miljoen per seizoen. 

De TV-gelden bepalen ook voor een groot stuk de salarissen van de spelers. Diegene die het meeste kan betalen, trekt meteen ook de beste spelers aan. Uit onderzoek blijkt dat België, en uit uitbreiding Nederland, ferm achterop hinken op dat vlak. Een BeNe-liga zou dat probleem gedeeltelijk kunnen verhelpen. Naar schatting zou zo'n competitie, in het meest optimistische geval, ongeveer 250 miljoen euro per jaar kunnen opleveren aan TV-rechten. Dat is nog steeds gevoelig minder dan wat er in de vijf grote landen verdiend wordt, maar in ieder geval een stap in de goede richting. Zulke competitie zit er echter niet meteen aan te komen. Naast een hele hoop praktische problemen, wensen de Nederlands hun problemen eerst zelf aan te pakken met een competitiehervorming. Zodoende lijkt een grensoverschrijdende competitie de eerste tien jaar niet de mogelijkheden te behoren.