Lukaku: “Ik wil geschiedenis schrijven”

Het Laatste Nieuws pakt vandaag uit met een groot interview met Romelu Lukaku. Daarin stelt Lukaku dat hij graag wat meer steun zou hebben in de spits en dat ook een spitsentrainer hem goed zou doen. We plukten de strafste quotes.


Ontgoocheling na Gouden Schoen

“Het missen van de Gouden Schoen heeft me meer ontgoocheld dat ik op voorhand had gedacht. In het begin kan je dat verlies nog wel nuanceren. Maar dan begin je na te denken: misschien was dit wel de laatste keer dat ik de Gouden Schoen kòn winnen. Dat heeft pijn gedaan. Ik wil geschiedenis schrijven in het voetbal, daar heb ik altijd van gedroomd. Als je dan niet teleurgesteld bent als je de Gouden Schoen niet wint, waarom ben je er dan aan begonnen?"

“Die avond doe je een beetje 'alsof'. En dan kom je thuis en dan ben je gefrustreerd. Dàgen kon ik niet spreken, uit teleurstelling. Ik was wél blij voor Boussoufa. Ik ben de dag na het gala gekomen toen hij zijn Gouden Schoen op de club kreeg. Ik denk niet dat er veel zijn die de mentale veerkracht zouden gehad hebben om dat te doen, maar ik heb het wel gedààn. Omdat ik een faire verliezer ben. Je kan fair en teleurgesteld zijn tegelijkertijd."

Leider bij Anderlecht

“Ik heb Anderlecht altijd gekend als een dominante ploeg. Wij moeten het spel opleggen en niet ondergaan. Daarom doe ik mijn best, zeker ook als ik zie dat er iets niet goed gaat op training. Als je de tegenstander laat spelen zoals in dat trainingsmatchke, dan krijg je vier of vijf goals binnen. Dan stamp ik tegen de paal uit frustratie. Want als je zo gaat spelen tijdens een trainingspartijtje, ga je dat ook doen tijdens de wedstrijd.

“Als ik nu geen verantwoordelijkheid neem, dan zal ik ze nooit nemen. Die verantwoordelijkheid wil ik behouden en blijven opnemen. Ik probeer de groep altijd te helpen, maar ik ben niet de enige. Proto, Juhasz en Gillet vormen ook het kader van onze ploeg. als ik iets te zeggen heb, dan doe ik dat ìn de kleedkamer en niet daarbuiten. Als het moet, zeg ik echt wel dingen in het gezicht. We moeten de waarheid tegen mekaar durven zeggen, maar op een respectvolle manier.”

Extra spits

“Een beetje hulp vooraan zou me goed kunnen doen. Maar de trainer bepaalt de ploegopstelling, ik moet gewoon spelen. De trainer zegt dat ik voor doel moet zijn en niet in de hoeken moet duiken om voorzetten te geven. Een andere veldbezetting zou me misschien ook kunnen helpen, maar het is aan de trainer om dat te zien. Ik heb met mijn trainers altijd een band gehad waarbij ik mijn mening kan zeggen. Dan proberen we samen oplossingen te vinden.”

Spitsentrainer

“Ik voelde me nooit sterken dan nu. Het is ook de eerste keer dat ik hier een volledige voorbereiding meemaak. Ik kan je zeggen dat ik vooral in de eerste weken vreselijk afgezien heb. Ik ben nu ook sneller dan vorig seizoen. Vorig seizoen had ik zoveel spieren aan mijn romp, dat ik niet meer vooruit geraakte op de eerste meters. Toen hebben onze kine's De Coene en Walraevens mij een programma gegeven met stabilisatie-oefeningen.”

“Ik train ook meer individueel vanaf twee dagen voor de match. Een spitsentrainer zou ook nuttig zijn, dat zie je overal. Soms schreeuw ik daar ook om. Vorig jaar ben ik een paar keer bij de trainer geweest. 'Nu heb ik het nodig, want ik boek geen vooruitgang meer', heb ik toen telkens gezegd. Maar ik train wel apart, op afwerking op de korte ruimtes bijvoorbeeld.”

Penaltymisser in Leuven

“Van mijn gemiste penalty in Leuven leerde ik om nooit meer centraal te trappen. Vorig seizoen joeg ik er op aangeven van mijn papa in Gent één centraal in het doel. 'Als je zo trapt, zit hij altijd', zei papa. Maar na de match tegen Leuven was het van (imiteert zijn vader) 'ja maar, je moet preciezer trappen'. (gedecideerd) Maar nu is het gedaan. Op training trap ik penalty's altijd in de hoeken, voortaan ga ik dat ook in de matchen doen.”

“Maar ik laat het hoofd niet hangen dan. Ik denk ook niet dat grote spelers als Cristiano, Messi, Drogba of Torres dat doen. Als die een penalty missen, zeggen die voor zichzelf: de volgende kans gaat er in. Daar dacht ik ook aan. Als je op dat moment het hoofd laat zakken, laat je de ploeg in de steek.”

Crisis bij Anderlecht

“Het is wel typisch: één nederlaag op de openingsspeeldag en het is al om zeep. Anderlecht overleeft alle crisissen. Veel oud-trainers of -spelers praten nu over Anderlecht, maar zij kennen het huis toch? En zij hebben toch ook allemaal crisissen meegemaakt? Met alle respect: waar beginnen ze dan allemaal over? Alles wat we nodig hebben, is een overwinning tegen KV Mechelen."

“Maar het moet inderdaad gewoon veel beter. Ik heb het moeilijk om een prestatie als die in Leuven te aanvaarden. We speelden in Leuven zonder ideeën, zonder creativiteit.”

Transfer

“Zolang ik geen telefoon krijg met de melding dat het op papier staat en in orde is, zit ik met mijn hoofd hier. Of ik zelf al met clubs of trainers gesproken heb? Daar zeg ik niks op. Ik ben van alles op de hoogte. Daarom moet ik ook vaak lachen met wat er allemaal in de pers verschijnt, want ik wéét wat er op dit moment aan het gebeuren is. Op dit moment ben ik speler van Anderlecht en dat is het enige waar ik me op concentreer.”

“Of ik hier nog zal zijn op 1 september? Dat is een heel moeilijke vraag. Ik begrijp wel dat iedereen dat wil weten, maar ik wacht op een telefoontje. Niet van Chelsea, wel van Anderlecht. Als er iets in orde is, zullen ze me wel bellen. Maar ik ben prof en leef intussen alleen voor deze club. En geloof me: zelfs in moeilijke momenten ben ik fier om voor deze club te spelen."

“Ik wordt wel liever niet uitgeleend. Stel je bijvoorbeeld maar eens voor dat je een grote kans mist. Dan zal de reactie zijn: hij gooit er met zijn pet naar, want hij behoort ons toch niet toe, maar een andere club. In die situatie wil ik niet belanden. Ik voel me klaar voor een topclub. Ik ben hier bij Anderlecht omringd door goeie spelers. Maar als ik omringd zou zijn door spelers die nog veel beter zijn, dan ben ik er zeker van dat ik de capaciteit heb om me snel aan te passen en mijn niveau op te trekken.”

“Ik ga niet naar een club waar ik nummer vijf ben. Dat kan ik niet. Tegen een club met twee ervaren spitsen en één jongere aanvaller zou ik wel ja kunnen zeggen, omdat ik me daar zou kunnen ontwikkelen en een paar matchen zou kunnen spelen. Maar niet als vijfde aanvaller. Bij Chelsea heb je Sturridge, Kalou en Anelka op de flank. Dus heb je twee centrumspitsen, Drogba en Torres. Maar er speelt er meestal maar één."

Niet ontgoocheld zonder transfer

“Als ik hier op 1 september nog ben, zal ik niet ontgoocheld zijn want ik denk dat we een mooi jaar tegemoet gaan. Ik houd er rekening mee dat het kan dat ik blijf. Ik heb voor mezelf ook al beslist dat ik alleen ga wonen in Bornem als ik nog bij Anderlecht zit. Dan rijd ik gewoon met de auto op en af, dan ben ik weer op mijn oude thuis van vroeger. Maar als ik hier blijf, dan is het om alles kapot te spelen. Dan wil ik echt een uitzonderlijk seizoen maken.”

Bron: Het Laatste Nieuws