ANDERE Besnik Hasi hamert er al weken op: bij Anderlecht is niemand bijzaak. “Starters of invallers, iedereen telt,” herhaalt de coach steevast. Geen loze woorden, zo blijkt. In de beslissende momenten van wedstrijden blijken net de bankzitters van paars-wit vaak goud waard.
Zondagavond nog redde Tristan Degreef een punt op de Bosuil tegen Antwerp. Eerder dit seizoen waren er al cruciale invalbeurten van onder meer Mihajlo Cvetkovic tegen Standard, Ibrahim Kanaté in La Louvière en César Huerta op Dender. De cijfers spreken boekdelen: zes goals van invallers leverden Anderlecht al zeven extra punten op.
In vergelijking met de concurrentie doet paars-wit het daarmee opvallend goed. Club Brugge haalt minder rendement uit zijn wissels, STVV zit op hetzelfde niveau en alleen leider Union doet beter. De Brusselaars zagen hun invallers al elf keer scoren, goed voor acht punten.
Opvallend detail: de meeste Anderlecht-goals van invallers vielen op verplaatsing. Dat is geen toeval. Hasi gaf zelf al toe dat zijn ploeg buitenshuis vaak te slap start. In negen uitwedstrijden boekte Anderlecht slechts drie zeges en scoorde het amper tien keer. Vier van die doelpunten kwamen van de bank.
Toch heerst er intern eensgezindheid. Hasi gebruikte dit seizoen al 26 spelers en slaagde erin iedereen betrokken te houden. Wie niet presteert, wordt zonder pardon gewisseld, maar krijgt ook opnieuw kansen. Degreef is daar het schoolvoorbeeld van. Na een schorsing en mindere trainingsarbeid verdween hij even uit beeld, maar knokte zich terug. “We zien opnieuw de Tristan van het seizoensbegin,” klonk het na Antwerp.
Die collectieve ingesteldheid zal nodig zijn, want het resterende uitprogramma oogt zwaar. Trips naar onder meer Gent, Genk, Standard en Club Brugge wachten nog. Als Anderlecht zijn ambities wil waarmaken, zal het opnieuw moeten komen van meer dan elf namen. En in dat verhaal blijft de bank van Hasi een doorslaggevende factor.
Bron: HLN (Frank Dekeyser & Kjell Doms)
