Roos, Charles

De stichter van Sporting Club Anderlecht leidde de club tussen 27 mei 1908, de dag dat de club boven de doopvont werd gehouden, en 1910, na de afsluiting van het allereerste jaar van de paarswitten onder de vlag van de "Union Belges des Sociétés de Sports Athlétiques". Toen hij van start ging als voorzitter moest hij bij zijn dertien kompanen van het eerste uur (Maurice Kelchtermans, Anatole en Camille de Cuyper, Antoine en Emile Suys, Emile Dietens, Henri Roos, Leopold Hames, Paul Arnold, Guillaume Vandenhoof, Edgard Deboeck, Jean Schneider en Gaston Versé) nog een bijdrage vragen om een bal te kunnen kopen. Toen hij op de voorzittersstoel plaats maakte voor zijn opvolger Theo Verbeeck, kon hij dat echter met opgeheven hoofd doen, want de balans oogde fraai. Dankzij de financiële inbreng van de genereuze mecenas Emile Versé beschikte SCA al snel over een eigen volwaardig veld in de Verheydenstraat. Daar speelden ook de eerste grote namen uit de clubgeschiedenis zoals Pietje Destrebecq, die overgekomen was van Union Sint-Gillis en in die periode al de kleuren van de nationale ploeg had verdedigd. Ook in die tijd had SCA al een erevoorzitter. Die eer was van bij de start weggelegd voor ridder Albéric le Clément de Saint-Marq. In 1912 kreeg paarswit dan een nieuwe erevoorzitter in de persoon van Emile Versé.